In EYE is kort geleden
een interessant archief ontsloten over de familie Kinsbergen, wiens
geschiedenis nauw verbonden was met de vroege film- en theaterwereld. Dochter
Coba was op latere leeftijd bevriend geraakt met de vermaarde filmhistoricus en
vroege film-verzamelaar Geoffrey Donaldson (aan wie nu ook een klein museum
is gewijd). Via hem is het archief uiteindelijk bij EYE terechtgekomen.
Tijdens de Eerste
Wereldoorlog vormde zij een dansduo 'Kitty en Teddy' met haar toenmalige
verloofde en collega-acteur Theo Frenkel Jr. In 1918 kwam echter een einde aan
zowel het dansduo als hun verloving. Frenkel zou enkele jaren later met Lily
Bouwmeester trouwen. Op de publiciteitskaart hiernaast is Coba met haar eerste
echtgenoot Eduard IJdo te zien in de film Het circusmeisje in 1922. Coba
zou met de komst van de geluidsfilm als een van de eerste Nederlandse artiesten
vanaf het witte doek in het Nederlands een bioscooppubliek toezingen.
Na de bevrijding
leidde ze met haar tweede echtgenoot John Kila met groot succes het Haagse
theater ‘De Kleine Comedie’, totdat het gebouw moest worden afgebroken in 1954.
Volgens Donaldson was dit een zware slag, die Coba nooit heeft kunnen
verwerken. Daarna trok zij zich volledig uit de artiestenwereld terug.
Ook Coba's vader
Solomon (Sol) J. Kinsbergen (1867 – 1956) hield van de bühne. Hij was musicus
en kapelmeester en trad ook op in theaters. In de jaren tien was hij directeur
van het Amsterdamse Panopticum, een wassenbeeldenfabriek en -museum, waarin
vanaf 1912 ook een theater huisde. In 1915 werd dit theater omgedoopt tot
Centraal-Theater, zijn eerste bioscoop in Amsterdam. Later zou hij ook in Den
Haag de bioscoop het Passage-theater oprichten.
In het archief is over
alle drie de gezinsleden interessant materiaal te vinden, waaronder plakboeken
van Coba en knipselboeken over het Panopticum.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten