Hartelijk welkom op de website van de Filmgerelateerde collecties van EYE het nieuwe filmmuseum

9 apr 2015

Panorama van filmapparaten: de Kinamo camera

In de kelder van EYE is nu het Panorama te zien, een permanente tentoonstelling waarin de geschiedenis van de cinema wordt weergegeven met filmapparaten uit de collectie. Bevlogen uitvinders en visionairs buigen zich al eeuwenlang over het vastleggen van licht en beweging in beeld. EYE brengt een reis door de tijd aan de hand van filmapparaten, die belangrijke wendingen in de filmgeschiedenis markeren. Duidelijk wordt dat de geschiedenis van de film niet begon in 1896, zoals wij allemaal denken, maar veel verder teruggaat.

In een serie op dit blog duiken we in de wondere wereld van de filmapparatuur. In de vorige afleveringen vertelden we over het diorama, waarschijnlijk het oudste object uit de collectie, en de magische toverlantaarn. Ditmaal is de eer aan de Kinamo compact camera uit 1924, op de iPhone na het kleinste object uit deze apparatenserie, waarmee Joris Ivens De Brug vastlegde.

Een koffertje van slechts 16x12x14cm. groot. Gezien de loodzware en omvangrijke proporties van camera's in die tijd was dit een ware revolutie op cameragebied. Een ware ontdekking voor de avontuurlijke documentairefilmer Joris Ivens, die deze amateurcamera gebruikte voor zijn film De Brug, waarvoor hij de meest acrobatische toeren uithaalde. De camera was in feite een verlengstuk van zijn arm.

In het leven van de in 1898 geboren Ivens speelden camera's van het begin af aan een grote rol. Hij begon bij zijn vaders fotohandel CAPI in Nijmegen. Toen maakte hij al de korte speelfilm De Wigwam (1911) met hulp van medewerkers van zijn vader. Hij trommelde zijn hele familie op om rollen te spelen. In de jaren twintig sloot hij zich aan bij de Filmliga, die zich verzette tegen de Hollywoodcinema. Hij werd een van de toonaangevende figuren van de Nederlandse avant-gardefilms, met documentaires als De Brug (1928) en Regen (1929). Later ging hij steeds meer reizen en maakte politiek geëngageerde films als Borinage (1934), over de mijnwerkers in deze Waalse streek.

De Brug was een filmexperiment dat Ivens in de pauzes van zijn werk bezighield. Hij werkte in Leiden en ging tussen de middag met de trein naar Rotterdam om de toen net aangelegde spoorbrug over de Maas te filmen. De vele diagonale lijnen van de brug komen terug in de bewegingen van de camera, op zoek naar 'expressieve hoeken', zoals Ivens het omschrijft.

De camera was niet bedoeld voor professionals, maar voor amateurs en moest dus vooral eenvoudig te bedienen en compact zijn. Het is een handheld camera zonder statief, en ook de draaihendel is vervangen door een de aandrijving van een veermotor. Ivens werkte zelf mee aan de ontwikkeling van dit apparaat, dat perfect paste bij zijn idealen. Hij wilde nooit een professional worden, maar de vrijheid behouden van een amateur. En hij was hier niet alleen in, ook voor grootheden als Dziga Vertov en Walter Ruttmann was het een geliefde camera.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten